FIEKE

Ik lag net bij Fieke in bed.

Kletsen,
commandeerde ze.
Daarmee bedoelt ze:
Stel me vragen, dan geef ik antwoord.

Wat is het stoutste wat je ooit hebt gedaan?
vroeg ik.

Ehmmm,
humde Fieke.
Ehm..
Jan duwen.

Dat is niet zo lief, nee. Maar..,
vroeg ik,
wat is het liefste wat je ooit hebt gedaan?

Ehmmm,
zei Fieke.
Ehm…
Henk kussen.

Ja
zei ik.
Dat is echt lief.

Hij heeft alleen wel veel haren,
ging ze verder.
Dat is een naardeel.
(Ooit zei een kind in ons gezin altijd ‘voordeel’ en ‘naardeel’,
en dat houden we erin,
en ik vind het nog mooi ook.
Een nadeel is ook echt een naar deel.)

En…,
ging ik verder.
Wat is het mooiste wat je ooit hebt gezien?

Het was even stil.
Toen klonk het, helder en duidelijk:
U!
(En even voor de goede orde: ze hééft al veel mooie dingen gezien!
De zee, en de kinderboerderij, en tulpen, en een zonsondergang,
maar nee, beste lezers, nee.
Ze koos mij!)

Werkelijkwaar, mensen,
als ik een pauw was, had ik op dat moment al mijn veren omhoog gezet,
en had ik protserig door haar slaapkamer gestapt.
Maar ik ben geen pauw.
Dus ik zei slechts nuffig:
Ja, dat snap ik wel.

Cuteiful,
zegt Fieke altijd,
een ‘perongelukke’ combi van cute en beautiful.
Zo voelde ik me, in mijn pyjama in dat bed.

En, heus, toen ik naar beneden liep,
had mijn tred iets van een huppel.
En de keuken ben ik met al mijn cuteiful-heid binnengestapt,
zo pauwerig mogelijk,
terwijl ik mijn haar over mijn schouders schudde als waren het veren.

Maar er was op dat moment niemand in de keuken.
En dat was op deze fantastische dag het enige naardeel.