O Alles

Ik kan soms hartelijk lachen.
Om ons.
Om wij westerlingen.
En let op:
Lachen kan iets meewarigs hebben.
De lach heeft iets van de lach van een moeder,
als ze ziet hoe haar kind huilt bij het verlies van een knikker.
Een milde vorm van meelijden,
een glimlach waar iets in ligt van:
Kind, wat weet je nog weinig.

Zo glimlach ik meewarig om ons.
Om wij.
Westerlingen.

Vrijdagavond dubden we:
Gaan we morgen wandelen of niet?
Ze geven regen op.
Oei, oei, wat een lastige keuze.
En nog wat:
Nemen we nou ooit een hond of niet?
Tjonge, wat een dilemma’s.

Laatst zei iemand me:
Ik ga de meubelleverancier bellen.
We hebben de bank pas twee maand en hij kraakt nu al.

En toen ik laatst bij de tandarts zat, werd Jan gevraagd:
Wil je een verdovingsprikje zodat je het boren niet zo goed voelt?
Ja,
zei Jan.
Wil je een zalfje, zodat je het prikje niet zo goed voelt?
Ja,
zei Jan.
Ja, dacht ik.
Ja.
Stel je voor dat we pijn hebben.
Stel je voor dat we het prikje van drie seconden volledig zouden voelen.
En stel je voor dat de bank kraakt.
En stel je voor dat het regent als we wandelen.

En begrijp me goed:
Ik prevel bij de tandarts ook:
‘Doe maar dat zalfje.’
Maar, mensen.
Zolang wij ons druk kunnen maken om een krakende banken en prikjespijn,
beste mensen,
wat hebben wij het ontzettend goed.
O, belachelijk, wat wentel ik mezelf in luxe,
wat me op een bepaalde vreemde manier stekeblind maakt.

En dan schuchtert het in mij.
Zijn we gelukkig?
We drammen, we zijn druk,
we ontwijken pijn maar hebben geen tijd om er te ‘zijn’.
Mijn hart zoekt de luwte.
Heidegger pleitte voor ‘ein Schritt zurück’.
Afstand nemen.
Het wereldgebeuren overzien.
Ons dreinerige leven,
in die volgorde,
in die context.

Ik reikhals opeens naar iets diepers,
iets wat ik zo vaak niet zie maar wat er moet zijn,
ik snak naar de vensters uit de podcast in de verwende wildernis van mijn leven,
en besef tegelijkertijd:
Het is enkel liefde dat er een reikhalzen mogelijk is.
Het besef van iets hogers impliceert al de troost.

Ik lach van geluk.
Ik glimlach en huil.
Om alles.
O, dit alles.
To laugh and cry and cry and laugh about it all again.