Een dilemma deze donderdag

Eerlijk is eerlijk:
De pubers hier in huis richten zich vooral tegen mij.
Tijdens puberbuien is er zeg maar meer een anti-mama-milieu,
dan dat er anti-papa-praktijken zijn.
Dat betekent dat ze zich vooral aan míj ergeren,
dat vooral ík heel raar ben,
(echt niet normaal, zeg maar),
en dat vooral ík echt níets snap van hun leven.
En dat probeer ik dus voor mezelf te analyseren.
Waarom vooral ík het mikpunt ben.
Op zich is het niet heel moeilijk.
Ik ben nogal een bemoeial,
Ja,
Eerlijk is eerlijk.
Ik bedoel:
Ik bemoei me al met de namen die de kinderen aan hun PlayMobilpoppetjes geven.
‘Giovanni?
Nee, nee, doe wat anders.
Rinus, ofzo.
En dat zusje noem je geen Desiree, maar Brechje.
Kom op, doe het voor de oren van je moeder.’
Zo roep ik dus van boven mijn boek allemaal bemoeiachtige dingen de kamer in.
Ik begrijp hun ergernis richting mij wel,
en die slik ik moederlijk krachtig,
al zeg ik het zelf.

Óf… óf…, heel soms denk ik wat anders.
Heel soms denk ik:
ze zetten zich vooral tegen mij af omdat ze het dichtst aan mij gehecht zijn.
Het is een teken van onze band,
en het losweken doet juist daarom even pijn.
En als ik die gedachte in me ronddraag, ervaar ik de puberlijke kattigheid opeens als iets glorieus,
als een bewijs van onze onderlinge liefde.

Dwars tussen de kattigheidjes door zijn er nog steeds windstille momenten.
Tijdens zo’n moment evalueerden we de puberteit met onze pubers.
Ja,
zei Geurt sr.
Het is heel normaal om je af te zetten tegen ons.
Heel natuurlijk.
Goed zelfs.
Zo maak je je los van ons en dan pas kun je ooit gezond uit huis.

Linde knikte,
haast volwassen,
en dat is ze als puber ook al voor de helft.
(Of nou ja.
Voor één derde.
Of een kwart, denk ik.
Laten we wel wezen.)

Zulke gesprekken zijn het cement tussen de stormbuien.
Het gezinshuis zou instorten zonder zulke momenten.
Dus van die windstiltes moeten we vaardig gebruik maken.
Om even te merken dat we elkaar als ouders en kind nog verstaan.
Tijdens puberbuien moet je dat niet willen.
Dan moet je zwijgen.
En het dak moet je repareren,
als de zon schijnt.